Special: Roller Derby

De term "roller derby" gaat terug naar 1920 en werd oorspronkelijk gebruikt voor het omschrijven van een rolschaatsrace. Aan het eind van de dertiger jaren van de vorige eeuw veranderde Leo Seltzer's Transcontinental Roller Derby van een marathon rolschaatscompetitie op een verhoogde baan, in een meer fysieke wedstrijd met de nadruk op botsingen tussen de rolschaatsers en veel valpartijen.

Roller Derby is een contactsport die gespeeld wordt met twee teams van vijf spelers elk, die allemaal in dezelfde richting (tegen de klok in) rondjes schaatsen op de baan. Een wedstrijd bestaat uit een serie van korte confrontaties ('jams') waarbij een door beide teams aangewezen 'jammer' probeert punten te scoren door alle leden van het andere team in te halen.

Iedere wedstijd, een 'bout' genaamd, start met de opstelling van beide teams achter een lijn. Het team is opgebouwd uit één spil ('pivot'), drie verdedigers ('blockers') en één aanvaller ('jammer').

Om een punt te scoren moet de aanvaller binnen de baan blijven en op sportieve wijze de tegenstander passeren. De aanvaller krijgt 2 minuten de tijd (= een 'jam') om alle tegenstanders te passeren. Bij de start van een set staan de aanvallers een stuk achter de groep verdedigers plus de spil opgesteld. De groep verdedigers plus spil worden een 'pack' genoemd.

Een wedstrijd kent twee helften van 30 minuten speeltijd en wordt opgebroken in jams die dus maximaal 2 minuten duren.